Mensgericht, duurzaam & innovatief
1. MCA gerelateerd aan Simons en Quinn
In de eerste reeks blogs over het 3e MCA-boek nemen we je eerst mee in waar het mainstream denken van Auditors, risicomanagers, controllers en compliance-functionarissen door wordt bepaald. En beschrijven we jouw uitdaging die we met het 3e MCA-boek graag helpen ondersteunen.
Hoe bundelen we onze zienswijzen voor organisatiedoelrealisatie?
1. MCA gerelateerd aan Simons en Quinn
2. Het Cynefin raamwerk en het kruis van Johson & Duberley
3. De relatie met Audit, Risk & Control
We zijn benieuwd naar jullie reacties!
De eerste blog in de reeks: Hoe bundelen we onze zienswijzen voor organisatiedoelrealisatie?
Blog 1: MCA gerelateerd aan Simons en Quinn
Auditors, risicomanagers, controllers en compliance-functionarissen richten zich traditioneel op de rechterkant van Simons’ model: de voorschrijvende kant. Velen van hen lijken minder te geloven in de beheerskracht van de motiverende linkerkant. Dit komt deels door hun onderzoeksmethoden: ze beoordelen inrichtings- en procesbeschrijvingen op ‘boundaries’ en monitoringcontrols en bepalen of deze regelmatig worden gemeten en effectief zijn in de praktijk. Gedrags- en motivatieaspecten, die als randvoorwaarden kunnen worden gezien voor het accepteren van demotiverende boundaries en voor transparantie bij verantwoording en monitoring, krijgen echter weinig aandacht.
Een verklaring voor deze beperkte scope van veel 2e en 3e lijners kan worden gevonden in het model van Johnson & Duberley (blog 3). Vooral opleidingen voor accountants, IT-auditors en controllers kenmerken zich door positivisme, met zowel een objectivistische ontologie als epistemologie. Dit blijkt uit de gangbare terminologie: ‘zekerheid’, ‘objectief’, ‘niet zichtbaar geformaliseerd’, enzovoort.
Deze manier van communiceren, evenals de top-down ‘opzet-bestaan-werking’-controleaanpak, past bij het Cynefin-kwadrant ‘Simpel’ (blog 3). Zelfs wanneer de onderzoeker weet dat de werkelijkheid minimaal ‘ingewikkeld’ is, vereenvoudigt hij deze vaak met onrealistische veronderstellingen of ‘termvervaging’. Zo wordt ‘in control’ gereduceerd tot ‘in financial control’ en sluiten accountants samenspanning en bewust achterhouden van informatie (terecht) uit, om op een betaalbare manier tot een algemeen oordeel te kunnen komen.
Je ‘proeft’ de rechterkant van Simons en de onderkant van Cameron & Quinn.
‘Management Control Auditing; bijdragen aan doelrealisatie en verbetering’ (2017/2020) hebben we vooral voor internal auditors geschreven. Het daarin gemaakte onderscheid tussen mono-aspectmatige en multi-aspectmatige audits geeft concreet weer waar we nu op doelen:
- Onderzoekt de auditor/controller waar het proces verder kan worden ingericht met maatregelen gericht op betrouwbare verantwoording (mono-aspectmatig gericht op betrouwbare verantwoording)? Of,
- Kijkt de onderzoeker door de multi-aspectmatige bril van de manager, die naast eisen aan betrouwbare verantwoording ook leverbetrouwbaarheid-, klantgerichtheid-, flexibiliteit- en efficiëntie-eisen moet stellen aan zijn procesinrichting om de organisatiedoelen te halen. Dit maakt de werkelijkheid van de manager minimaal ingewikkeld (of gecompliceerd) en met continue beweging in en buiten de organisatie al snel complex.
In blog 2 duiken we in het Cynefin raamwerk en het kruis van Johnson & Duberley. Deze modellen helpen ons begrijpen hoe we met complexe situaties kunnen omgaan en waarom een flexibele en adaptieve benadering cruciaal is voor effectieve management control auditing.